Welkom op onze website.   Click to listen highlighted text! Welkom op onze website. Powered By GSpeech
Onze Open Tentoonstelling op 13 en 14 oktober 2023 was weer een groot succes met dank aan keurmeesters, inzenders en iedereen die geholpen heeft.

Inloggen

Zoeken

Taalkeuze

Wie is online

De volgende leden/geregistreerde bezoekers zijn online:

Wijzigingen

Myxomatose

Inleiding

Het Myxomatose-virus is een myxoma, verwant aan het pokkenvirus, oorspronkelijk afkomstig uit Brazilië (Zuid-Amerika) en Californië (Noord-Amerika), waar het van nature voorkomt bij de inheemse konijnen. Doordat de lokale Braziliaanse konijnenTapeti en het Californische konijn gelijktijdig zijn geëvolueerd met het virus, leidde het virus zelden tot overlijden van het konijn, maar enkel tot milde ziekteverschijnselen.

Het virus wordt verspreid door een drager, zoals vliegende en stekende insecten (w.o.muggen) en konijnenvlooien, maar ook door (direct) contact tussen een besmet en een onbesmet konijn. Denk hierbij aan direct (neus aan neus) contact (vloeistof en inhalatie), maar ook via speeksel, urine en uitwerpselen.

Geschiedenis

In 1897 werd het virus voor het eerst ontdekt door Sanarelli uit Uruguay, doordat ingevoerde Europese konijnen allemaal overleden. Pas in 1942 ontdekte de Braziliaan Aragaona de veroorzaker van de ziekte: het myxomatose virus in het Braziliaanse konijn.

De Engelse bioloog Sir Charles Martin bedacht dat het virus gebruikt kan worden om Europese konijnen te bestrijden. Hij doet, samen met de konijnendeskundige Ronald Lockley, een experiment op het Engelse eiland Skokholm, echter zonder succes.

Vrijlaten myxomatose Australie 1937

In 1937 wordt het myxomatose virus ‘vrijgelaten’ in Australië.

De eerste experimenten in Australië verliepen ook niet erg succesvol. Het gebied waar het virus uitgezet was bleek te droog. Er waren te weinig stekende insecten en konijnenvlooien om het virus voldoende te verspreiden. In 1950, bij de introductie van het virus in een vochtiger gebied, miste het virus zijn effect niet. Binnen 2 jaar kromp de konijnenpopulatie binnen het gebied met bijna 90%. Het kleine aantal dat overbleef bouwde een resistentie op en zorgde dat de populatie uiteindelijk toch weer toenam.

In 1952 zet de Fransman Armand Delille, een arts, twee besmette konijnen uit in zijn ommuurde kasteeltuin in Dreux bij Parijs. Ook hier deed het virus zijn werk en doodde bijna 99% van de aanwezige konijnen. Helaas bleef het virus niet beperkt tot de kasteeltuin. Het virus verspreidde zich al snel naar gebieden buiten Parijs en tenslotte over de grenzen naar buurlanden en verder.

Nederland

In 1953 is het zover. Het myxomatose-virus wordt ook in Nederland aangetroffen. De boeren zitten er in eerste instantie niet zo mee, evenals de beheerders van de duinen. De jagers, de konijnenindustrie en aanverwante industrieën, waren echter op z’n zachtst gezegd “not amused”.

Medicatie

Er zijn geen medicijnen om myxomatose te genezen. In Europa werd het wel mogelijk om een konijn preventief te vaccineren met een gerelateerd virus (Shope fibroma). In eerste instantie moest deze vaccinatie tweemaal per jaar gegeven worden. In 2012 is Nobivac op de markt gekomen, welke bescherming biedt tegen myxomatose en RHD1 voor de duur van 1 jaar. Hiervoor wordt het, in Spanje ontwikkelde, genetisch aangepast myxomatose virus zelf gebruikt.

Voorkomen

Naast het tijdig en (half)jaarlijks vaccineren van je konijn kan je besmetting ook zoveel mogelijk zien te voorkomen. Besmetting vindt voornamelijk plaats door direct contact en door stekende insecten, zoals muggen, vliegen en vlooien. Deze dragers noemen we ook wel vectoren.

  • Probeer insecten te weren, bijvoorbeeld door het aanbrengen van horrengaas of een klamboe. Denk er wel om dat er voldoende lucht (voor zuurstof en afkoeling) het hok en/of de ren in kan komen.
  • Voorkom dat muggen eitjes in stilstaand water kunnen leggen. Laat geen bloempotten en andere bakken met regenwater staan. Denk aan dakgoten waar water in kan blijven staan. Dek regentonnen af en giet een scheutje plantaardige olie in de regenton zodat muggenlarven verdrinken.
  • Voorkom dat wilde konijnen en egels (vlooien!) in de tuin of bij je konijn kunnen komen.
  • Houd de verblijfplaats van het konijn schoon
  • Bij besmetting moet je het besmette dier gescheiden houden van eventuele andere konijnen. Denk ook een voer- en waterbakken, deze moet je dan zeker niet uitwisselen

Van sommige delen van Nederland, zoals Zeeland, is bekend dat er jaarlijks veel slachtoffers vallen ten gevolge van myxomatose.

Symptomen

myxomatose

De gezwollen ogenleden vol pus zijn een duidelijk symptoom van myxomatose.

Een besmet konijn vertoont vaak een of meer van de volgende symptomen:

  • Verhoogde temperatuur (tot wel 42 °C)
  • Verdikkingen in de oren
  • Gezwollen oogleden (oedemen)
  • Opgezwollen geslachtsdelen en anus
  • Uitvloeiingen met pus
  • Lippen en neus vertonen korsten (niet verwarren met syfilis)
  • Opgezwollen neusslijmvlies (konijn kan niet meer door de neus ademen)
  • Het konijn is suf en reageert niet of nauwelijks
  • Uiteindelijk krijgt het konijn een longontsteking of raakt in coma

De incubatietijd (tijd tussen besmetting en eerste symptomen) bevindt zich tussen enkele dagen en 2 weken. De dood treedt meestal 1 à 2 weken in na de eerste symptomen.

Er komt ook wel een andere, mildere en minder voorkomende vorm van myxomatose voor. Hierbij vertoont de huid een klonterige zwarte plek. Na verloop van tijd (2 a 3 weken) kan de huid vanzelf afvallen, waardoor er een wond ontstaat. Soms is de wond al aan het helen. Afhankelijk van de soort wond en de locatie is het soms nodig om de wond te hechten of anderszins te behandelen.

Een wild konijn wordt erg kwetsbaar, omdat het zich sowieso al niet goed voelt, maar op een gegeven moment ook niets meer ziet. Indien ze niet weggekropen zijn in hun hol om daar het einde af te wachten, vallen ze vaak ten prooi aan andere dieren.
Als je een wild konijn met myxomatose ziet kun je, hoe zielig ook, het dier het beste maar laten zitten waar het zit. Hierdoor bouwt de rest van de wilde konijnen populatie een grotere weerstand en resistentie op.
Hazen worden niet ziek van het myxomatose virus, maar ze kunnen het wel dragen en dus verspreiden.

Behandelen

Afhankelijk van de vorm en de impact van de myxomatose kan het de moeite waard zijn om te behandelen, maar helaas is het vaak een aflopende zaak. Indien je er voor kiest om niet te euthanaseren denk dan aan het volgende:

  • Zet het konijn binnen, gescheiden van andere konijnen
  • Bescherm overige konijnen d.m.v. vaccinatie, mocht dat nog niet gedaan zijn
  • Houd het konijn warm
  • Zorg dat het konijn blijft eten, desnoods dwangvoeren
  • Zorg dat jet konijn voldoende vocht binnen krijgt. Desnoods geef je water in de bek m.b.v een spuitje zonder naald
  • Maak de ogen en de neus regelmatig schoon

Daarnaast zal het konijn de nodige medicatie van de dierenarts nodig hebben. Denk hierbij aan antibiotica, pijnstiller (NSAID) en een slijmoplossend middel. Het kan weken duren voordat het konijn er weer volledig doorheen is geholpen.

Gevaccineerd en toch ziek

Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat een konijn, ondanks vaccinatie, alsnog ziek kan worden. Dit wordt ook bevestigd door de praktijkverhalen van eigenaren, liefhebbers, fokkers en kenners. Echter is de kans op overleven bij vaccinatie vele malen groter (>50%) dan bij een niet-gevaccineerd konijn. Mocht de myxomatose een longontsteking veroorzaken is de kans alsnog nihil, terwijl overige symptomen goed te genezen zijn bij een gevaccineerd konijn.

Bron: website konijnerlei.nl

Click to listen highlighted text! Powered By GSpeech