Welkom op onze website.   Click to listen highlighted text! Welkom op onze website. Powered By GSpeech
Onze Open Tentoonstelling op 13 en 14 oktober 2023 was weer een groot succes met dank aan keurmeesters, inzenders en iedereen die geholpen heeft.

Inloggen

Zoeken

Taalkeuze

Wie is online

De volgende leden/geregistreerde bezoekers zijn online:

Wijzigingen

Coccidiose bij konijen

Het komt veel voor dat zich in het lichaam van een konijn coccidïen bevinden, zonder dat het konijn ziek wordt. Als bij onderzoek van de keutels coccidïen gevonden worden is het niet altijd gezegd dat dan een behandeling moet volgen.

Coccidïen zijn microscopisch kleine, eencellige parasieten die het darmstelsel en de lever van konijnen zowel als andere dieren aantasten. Coccidïen zijn de meest voorkomende parasieten in het darmstelsel van een konijn en een veel voorkomende oorzaak van ziekte van jonge konijnen.

De symptomen van coccidiose treden meestal op tijdens of vlak na stress, bijvoorbeeld door weersveranderingen, omgevingsveranderingen, een lange autorit, een zeer vieze kooi of bij koorts. In het algemeen wordt het darmkanaal het eerst aangetast, wat in milde gevallen resulteert in diarree. In ernstige gevallen is de ontlasting waterig, met stukjes ontlasting en kan er zelfs bloed in de ontlasting voorkomen. Het konijn droogt hierdoor snel uit, verliest gewicht, wordt lusteloos en wil niet meer eten en/of drinken.

Alle konijnen-coccidïen zijn leden van dezelfde familie, de Eimeria. Er zijn 12 soorten konijnen-coccidïen gesignaleerd in geïnfecteerde konijnen, maar slechts een paar hiervan zijn belangrijk genoeg om een konijn ziek te maken. Verder moet de weerstand van het konijn verminderd zijn, of er moeten twee of meer verschillende coccidïen (die elkaars ziekmakende werking versterken) aanwezig zijn om ziekte te veroorzaken.

Daarom is de precieze rol van de verschillende soorten coccidïen in het veroorzaken van een ziekte niet helemaal bekend. Intussen hoeft bij de aanwezigheid van slechts een paar coccidïe oöcysten (het stadium dat de coccidïen zich in de uitwerpselen van het konijn genesteld hebben) bij een parasitair onderzoek van de keutels niet perse de diagnose coccidiose gesteld te worden.

Diagnose stellen De diagnose wordt gesteld door het vinden van oöcysten (klonten eitjes) in uitwerpselen- of galmonsters. Eimeria perforans, Eimeria magna, Eimeria media, Eimeria irresidua.

De belangrijkste soorten darmcoccidïen zijn E. perforans, E. magna, E. media en E. irresidua, hoewel de soort coccidïen waarmee het konijn besmet is niet zo belangrijk is als de gezondheid van het konijn. Konijnen worden besmet door het eten van keutels die de coccidïe oöcysten bevatten. Dit kan gebeuren als het konijn zijn voeten of zijn vacht schoonmaakt, waar keutels van een ander, besmet konijn aan zitten. Hoewel konijnen hun blindedarmkeutels eten wordt over het algemeen aangenomen dat daar geen besmettelijke oöcysten in zitten.

Darmcoccidiose Klinische tekenen van darm-coccidiose varieren sterk, afhankelijk van de leeftijd van het konijn, de betrokken organismen, de mate van besmetting en de kans op ziekworden van het dier (beïnvloed door leeftijd, stress, dieet etc.) De tekenen zijn vaker te zien bij jonge konijntjes met hun onvolgroeide afweersysteem. De symptomen kunnen zijn: gewichtsverlies, met tussenpozen hevige diarree dat bloed of slijm kan bevatten, en uiteindelijk uitdroging. Dieren die lijden aan zware diarree kunnen een ernstige aandoening aan de ingewanden krijgen, een blokkade van de darmen doordat deze in elkaar kronkelen.

Maar vooral bij volgroeide konijnen kunnen regelmatige gasaanvallen of verstoppingen, terwijl de keutels niet afwijkend zijn, ook in de richting van coccidiose wijzen.

Cyniclomyces guttulatus, een gist die gevonden kan worden in konijnenkeutels, wordt vaak bij een uitwerpselen-onderzoek verward met coccidïën. Dit is een vergissing die regelmatig gemaakt wordt door dierenartsen die niet erg bekend zijn met konijnen. Deze gist maakt deel uit van de normale darmflora van konijnen. De Nederlandse benaming is brillendoosgist.

Levercoccidiose (Eimeria stiedae)

Slechts één soort, Eimeria stiedae, die in de lever parasiteert, wordt buiten het darmstelsel gevonden. Eimeria stiedae kan in elke grote groep konijnen gevonden worden, van fokkerij tot opvangcentrum.

Rontgenfoto’s kunnen uitwijzen dat de lever vergroot is en dat er veel vocht in de buik zit. Bloedproeven zullen bevestigen dat de lever beschadigd is en dus zal de diagnose levercoccidiose gesteld kunnen worden. 

Ziekteverloop

Er kunnen lichte infecties zijn zonder symptomen, of er kan lichte of vertraagde groei van de coccidïen zijn, maar de ziekte kan vooral bij jonge konijnen fataal verlopen. Bij baby-konijntjes kan de leveraantasting zo snel gaan, dat ze van het ene op het andere moment dood omvallen! Zwaar geïnfecteerde konijnen vertonen tekenen die wijzen in de richting van storing van de leverfunctie en blokkering van de galwegen. Deze konijnen stoppen met eten en verzwakken: op het laatst van de ziekte hebben ze diarree of verstopping. Soms is de (onder)buik vergroot en de huid kan een gelige kleur krijgen.

DE BEHANDELING VAN COCCIDIOSE

De belangrijke rol van de medicijnen is de groei van de parasiet tegen te houden tot het konijn weerstand opgebouwd heeft en de coccidiën weer onder controle heeft.

Voor de behandeling van coccidiose kunnen op sulfa gebaseerde medicijnen gekozen worden, zoals bijvoorbeeld ESB3 of toltrazuril. Soms wordt tegelijkertijd trimethoprim-sulfa ingezet. Dit laatste is vooral nuttig bij een zware besmetting, als de coccidiën de darmwand zo ernstig beschadigen dat E. Coli of een andere bacterie een ernstige bijkomende infectie kan veroorzaken.

Sterven aan coccidiose wordt meestal veroorzaakt door uitdroging en bijkomende bacteriële infecties. Behandeling en preventie van darm-coccidiose is hetzelfde als voor lever-coccidiose. Er zijn geen vaccinaties mogelijk tegen coccidiose.        

Hoe werkt het. De vroege delingsstadia van de parasiet in de darmwand kunnen niet door medicijnen worden aangepakt, alleen de laatste delingsstadia, die onder andere voor voortplanting zorgen, en de oöcysten produceren.  Medicijnen kunnen de deling van de organismen tegenhouden, maar niet de coccidiën doden. Maar doordat de deling afgeremd wordt, kan het konijn weerstand tegen de coccidiën ontwikkelen, en op deze manier zichzelf genezen.

ESB3 moet vaak als poeder in het drinkwater als kuur gegeven worden. Echter is het twijfelachtig hoeveel medicijn dan werkelijk wordt ingenomen, zeker als een konijn te ziek is om te drinken. Wanneer een konijn niet of nauwelijks drinkt is het nodig om regelmatig over de dag het zieke dier met een spuitje wat van de oplossing rechtstreeks in de mond te geven.

TOLTRAZURIL

Het meest effectieve middel om coccidiose te behandelen is toltrazuril (Toltrazuril drops®, Baycox®)  Dit middel werkt op alle stadia van de coccidiën cyclus, dus ook op de vroegste deling. Toltrazuril is verder ook het meest effectieve middel bij levercoccidiose. Dit middel wordt direct in de mond ingegeven. Het is af te raden om het door het drinkwater te doen, omdat het erg vies is en het konijn niet zal willen drinken. Het is verstandig de kuur te herhalen.

Hygiëne

Hygiëne is uiterst belangrijk. De oöcysten in keutels van 36-48 uur oud vormen sporen die de omgeving besmetten. De kooi moet daarom dagelijks schoongemaakt worden, en dagelijks wordt vers stro gegeven. De voer- en waterbakken en drinkflesjes worden veelvuldig gereinigd. Keutels, ook in de leefomgeving, kunnen beter direct verwijderd worden zodat geen (her)besmetting kan plaatsvinden.

Click to listen highlighted text! Powered By GSpeech